Autisme

Autisme valt onder het Autisme Spectrum Stoornis wat afgekort wordt als ASS. Ook het Sydroom van Asperger en PDD-NOS zijn vormen van ASS.

Een autismespectrumstoornis is niet met lichamelijk onderzoek, zoals een bloedonderzoek of een scan van de hersenen, vast te stellen. De diagnose is een ‘gedragsdiagnose’ en kan soms enkele maanden in beslag nemen. De precieze oorzaak van autismespectrumstoornissen is tot nu toe niet bekend. In negen van de tien gevallen is sprake van aangeboren erfelijke factoren. Er is niet één enkel gen verantwoordelijk voor ASS, maar een combinatie van meerdere genetische veranderingen, onder invloed van omgevingsfactoren. Onderzoekers vermoeden dat door deze combinatie de ontwikkeling van de hersenen anders verloopt, waardoor de beperkingen bij mensen met ASS optreden.

ASS is een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen. Kenmerkend voor mensen met ASS zijn beperkingen op drie gebieden. Deze beperkingen komen bij alle mensen met ASS in meer of mindere mate voor:

  • Sociale interactie en verbeelding. Ze zijn bijvoorbeeld erg in zichzelf gekeerd of maken geen oogcontact met anderen; ze kunnen zich moeilijk inleven in andere mensen.
  • Communicatie en (lichaams)taal. Ze herkennen vaak geen gezichtsuitdrukkingen (boos, blij, bedroefd), de taalontwikkeling is vaak vertraagd en afwijkend; ze nemen figuurlijke uitspraken letterlijk.
  • Stereotiepe interesses en gedrag. Ze kunnen bijvoorbeeld helemaal opgaan in een bepaalde activiteit, zodat nergens anders aandacht meer voor is. In hun gedrag zijn vaak herhalende patronen te herkennen.

Op basis van buitenlandse studies schatten onderzoekers dat in Nederland meer dan 1% (zo’n 190.000 mensen) een autismespectrumstoornis heeft. Hiervan heeft 14% klassiek autisme en 86% het syndroom van Asperger of PDD-NOS.

Uit deze onderzoeken is gebleken dat ASS vier keer zo vaak bij mannen als bij vrouwen voorkomt.

Geef een reactie